Thursday, November 22, 2007

Games in het onderwijs




Een ding is zeker, als je van huis uit een slechte verliezer bent, dan zijn spelletjes voor jou taboe. Enige nuance daarbij aangetekend, zelf hou ik niet van die echte behendigheidsspelletjes, zoals Tetris, dan word ik behoorlijk zenuwachtig wanneer het kader zich helemaal gaat vullen met vallende stenen, maar mag ik graag in familieverband Triviant spelen. Dit tot grote ergernis van mijn tafelgenoten, want dit spelen we nog “live”, die niet kunnen uitstaan minder te weten over kunstzinnige en culturele zaken.
Het is maar waar je goed in bent, of kun deze vaardigheden trainen.
Dat laatste is al bewezen door die Japanse Ninetendo professor, die ons brein weet aan te scherpen op een overigens wel kostbare spelconsole, een soort zakcomputertje van om en nabij 150 €.
Een beetje jaloers kijk ik naar onze kids, die op afstand met elkaar oorlog voeren, strategieën bedenken en zelfs overwinningen boeken die naam krijgen.
Onbewust komt bij mij de vergelijking boven van een vader, die op zeer jeugdige leeftijd een echt oorlogsspel moest spelen en jawel uiteindelijk ben ik daar een product van.
Spellen heten tegenwoordig games, want niets is zo verengelst als het internetjargon, ik heb daar geen moeite mee, alleen de fransen zijn hierin chauvinistisch gebleven, zij noemen hun computer steevast ordinateur.
Helaas een achterhaalde term, want zo’n beestje is meer dan rekenmachine, al zullen de puristen onder ons weten te vertellen dat alles uiteindelijk toch omgerekend moet worden, al die bits en die bites tot beeld en geluid.
Ik kan me nog goed herinneren dat het eerste videospelletje niets meer was dan een lijn in het midden, dan twee punten aan beide zijden, die je kon manipuleren om een stip heen en weer te bewegen. Iedereen weet dat tennissen meer inhoud, je kunt dit spel trouwens in een geavanceerde versie weer verkrijgen, waarbij geluid en echte slagbewegingen te pas komen.
Sprak ik laats nog in de les over mediawijsheid, hier heb ik het over de virtuele wereld waarin onze jongere generatie vaak hun toevlucht zoeken.
Het is er, ontegenzeggelijk. Je kunt dit niet meer wegdenken, draai het liever om en maak er gebruik van.
Na een inspirerende sessie over “levenlang leren”, zonder “s” ertussen, heb ik dan ook tijdens het I & I congres in Lunteren, een workshop “gamemaking” gevolgd. Tot mijn grote verassing vond ik het niet alleen leuk, maar ook erg zinvol voor ons onderwijs. Ook heb ik geleerd niet meer zelf iets uit te vinden, immers er zijn volop tools te downloaden van internet, die onze leerlingen direct kunnen toepassen.
Maar het allerbelangrijkste was, men had een didactiek ontworpen, nauw verwant aan het maken van een film, die vooraf ging aan de eigenlijke productie van een game.
Dat was de eyeopener, een workshop gegeven door specialisten, mensen die gewoon met elkaar een compleet onderwijsprogramma hadden uitgedacht.
Deze universitair geschoolde, waarvan een op het onderwerp gepromoveerde initiators wisten een twintigtal docenten en ict-mensen een paar uur te boeien met deze materie.
Ik zou zeggen voor herhaling vatbaar, hier op het HBC, voor eenieder die zijn onderwijs serieus niet alleen wil opleuken, maar daadwerkelijk wil ondersteunen met nieuwe digitale diktactische middelen.
Zien is geloven, beleven is weten, ik ben in ieder geval om en zit nu al te brainstormen over een module games bij CKV.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home