Thursday, June 24, 2010

De studiehuis gedachte herzien

Dat ik een groot voorstander was van het studiehuis, steek ik niet onder stoelen of banken.
Dat onderwijs Nederland er nog niet rijp voor was is een feit.
Maar dat onderwijsvernieuwing ten allen tijde moet plaats vinden is gewoon een gegeven.
We kunnen dan wel de kop in het zand steken, maar de tijd haalt je altijd in.
Wil je nog op vooroorlogse manier existeren door frontaal met je hoofd door de muur, alle technische hulpmiddelen vermijdend je ideeën blijven doordrukken, dan zou je ook moeten besluiten je te ontzien van alle hardware die ons in deze tijd wegwijs maakt in de wereld, ik noem hier media en gewoon alleen maar communiceren via het geschreven woord.
Ik schrijf hier duidelijk, de leraar die zich niet oriënteert en weigert digitale media te gebruiken, mist de aansluiting op de grote community van kennisverwerving.
Dat klinkt misschien gechargeerd, maar bedenk je wel dat wat nu utopie is morgen al werkelijkheid kan zijn.
Zelf had ik nooit durven denken, dat ik alle visuele bronnen in één klik voorhanden had. Ik herinner mij nog het bedompte lokaal waar we door middel van zwart-wit dia’s liefde voor de kunsten werden bijgebracht.
Tijdens mijn Italiaanse reizen, werd ik me later pas van bewust, hoe mijn toenmalige docenten me op weg hebben geholpen om die schatkamer te mogen exploreren. Internationalisering was dan ook met Italië een hoogtepunt in mijn schoolloopbaan.
Ook de ontdekking van internet, inmiddels een tiental jaren terug, maakte me verslaafd aan het altijd voorhanden hebben van nagenoeg bijna alle kennisbronnen, was het maar in de reisvoorbereiding, de wereld van kunst, cultuur en entertainment, maar vooral ook communicatie.
Of ik ook bij een community zat, werd ons gevraagd tijdens een inspirerende gebruikersdag van N@Tschool. Ja, ik beheer een kunstforum bij Collegenet, volg de ontwikkelingen van mijn vakgebied bij Kennisnet, heb een paar niet veel gebruikte accounts bij Hyves en Linked, mijn kunst kun je zien op Absolute arts, kortom net als mijn contacten in de werkelijke wereld, ben ik virtueel ook bereikbaar.
Dit is geen toekomstbeeld meer maar gewoon de alledaagse realiteit.

Dat we daarin als onderwijs midden in staan, geeft te denken.
Bestaat er zoiets als hoe om te gaan met mediakunde, ik vermijd de term informatica, want deze betreft meer het technische aspect.
Ik heb het hierover, hoe om te gaan met mediale voorzieningen.
Ben je zelf iemand die via de media zijn kennis genereert.
Weet je wel op welke wijze je leerlingen wegwijs moet maken in de overkill aan informatie.
Wat moet je met internetgemeenschappen, zie je die alleen maar als onpersoonlijke chatboxen?
Het zijn maar enkele cruciale vragen, die verschillende antwoorden gaan opleveren.

In het licht van een levenlang leren kom je als 21e eeuwer nu wel prima aan je trekken.
Zelf als kennisjunk heb ik enkele netwerkjes binnen handbereik, ik zal hiervan enkele voorbeelden geven.
Natuurlijk is daar de school waar ik mijn lessen met ondersteuning van de elo mogelijk maak. Steeds weer opnieuw zoekend naar passende oplossingen, vaak in overleg met leerlingen, zij zijn immers de eerste lijn gebruikers.
Het is een open relatie, dat wil zeggen, we kunnen elkaar niet voor de gek houden, we communiceren op gelijke basis, alles wordt gelabeld met tijd en plaats.
De tweede laag is mijn functioneren als coördinator voor CKV, het onderhouden van contacten met cultuurorganisaties en dat zijn er nogal wat, waar ik van afhankelijk ben om op hoge kwaliteit te programmeren.
Ook worden hier vaak nieuwe initiatieven ontwikkeld, die via korte digitale lijntjes tot stand komen.
Mail me maar, is dan ook de meest gehoorde term binnen deze kringen. Je hebt dan bewijs van contact, je kunt het terugzien en de tijdspanne is kort en adequaat.
Persoonlijke verdieping van het vak, beleef ik als zeer plezierig, ik ben nu eenmaal een omnivoor op het gebied van alles wat er gebeurt in de wereld en dat vind uiteindelijk ook zijn neerslag in de kunst en cultuurbeleving en overdracht daarvan.
We leven nu eenmaal in een eclectische tijd, alles is mogelijk en loopt door elkaar in de wereld van kunsten.

Of je dan nog tijd hebt voor andere zaken? Ja, hoor, alleen kijk je minder tv op deze wijze, maar ben je zelf liever interactief bezig.

Dat laatste wordt of is misschien al het sleutelwoord en de kerngedachte van het hedendaagse leren: interactiviteit.
Je haalt kennis op, je deelt deze en wisselt uit.
Had je voordien een platform nodig door bijvoorbeeld voor een blad te schrijven, nu post je jouw ontwikkelingen via een blog of community, website of forum op internet.
Nog nooit in de geschiedenis is er zoveel kennis direct beschikbaar geweest als juist nu.

Gericht omgaan met kennisbronnen, het eigen maken van leerstof en het uitwisselen en samenwerken, dat zijn taken die je nu gemakkelijker kunt maken via een afgebakende omgeving.
Een virtuele schoolsituatie, die zo gebouwd is, dat de leerling en docent op prettige wijze met elkaar kunnen communiceren en kennis delen.
Dat gegeven ligt aan de basis van een elektronische leeromgeving.
Heb je eenmaal deze gereedschapskist, dan moet je er nog mee leren werken ook.
Dat je hierbij vooral intuïtief te wek moet gaan is gezien de ontwikkeling in de gebruiksvriendelijkheid van digitale media een van de vereisten.
Je zet dan ook niet in een keer een leerroute op, nee dat kost je jaren van ontwikkeling en volharding.
Luisteren naar je publiek, over inhoud en praktische mogelijkheden communiceren is dan ook een van de belangrijkste punten waar je rekening me moet houden.
Inmiddels kun je spreken van een digitale didactiek, aansluiten op de conventionele manier van lesgeven heb je hier te maken met een compleet nieuwe manier van handelen.
De interactieve mogelijkheden zijn een uitbreiding op het scala van leermiddelen.
Hierbij spelen interne en externe bronnen een grote rol, waarbij de bronnen van buitenaf steeds meer geavanceerder worden en daarmee ook prikkelender om te leren.
Veel van wat we leren gebeurt immers spelenderwijs en daardoor raakt de leerling ook meer gemotiveerd.

Nu we een zo’n rijke leeromgeving voorhanden hebben, is het ook tijd om hier als zodanig mee om te gaan.
Zijn de randvoorwaarden eenmaal goed, dan kan het spel beginnen.
Daar moet je zelf ook lol in hebben, er voor open staan en vooral nieuwsgierig zijn.
Je mag van onderwijsgevenden toch verwachten dat ze deze attitudes bezitten?

Kon het studiehuis nog niet bogen op deze geweldige technische vooruitgang, nu is de tijd rijp om hier serieus mee aan de slag te gaan.
Ik heb een paar tips voorhanden:
• Vorm met je vakgroep een community waarin zowel docenten als leerlingen deelnemen.
• Plaats je leermateriaal in de gezamenlijke leeromgeving, deze biedt op zichzelf al een schat aan leerondersteunende mogelijkheden
• Zorg als school dat je digitale leermiddelen heel belangrijk vindt, zeker nu bezuinigingen de kop op steken en digitale content betaalbaarder tot zelfs kosteloos is.
• Laat je goed adviseren door mensen met ervaring en ga niet af op populistische uitspraken van wie dan ook dat internet of niet werkt, de techniek niet deugt, want je kunt er gewoon niet omheen.

Ik ben hier allesbehalve volledig.
Wel pretendeer ik iets van kennis te hebben opgedaan door mijn werk met onderwijsorganisaties en de eindgebruikers: de leerling.

Leren is een avontuur, vervang de r voor een v en internet speelt daarin een steeds belangrijkere rol.

1 Comments:

Anonymous Anonymous said...

"Gericht omgaan met kennisbronnen, het eigen maken van leerstof en het uitwisselen en samenwerken, dat zijn taken die je nu gemakkelijker kunt maken via een afgebakende omgeving"
Laten ze daar nu de opleiding tot mediacoach voor in het leven hebben geroepen. En laten die mensen in het (verleden), als informatiespecialist, onder de namen van bibliothecaris, mediathecaris vallen.

Zoals je zelf stelt kijk naar de vele nieuwe mogelijkheden, maar onderken de bezwaren niet.

4:03 AM  

Post a Comment

<< Home