Monday, November 26, 2007

Paarlen voor de zwijnen


Ooit heb ik eens een column met dezelfde titel geschreven voor een jongeren cultuurwebsite. Ik geef onmiddellijk toe, je zet meteen de toon als je een dergelijke titel binnen genoemd kader aankondigt.
Het is ook de toon die de muziek zet en ik maak me dan ook soms zorgen over de beleving van sommige pupillen bij het bezoeken van concerten, toneelvoorstellingen en dergelijke, zeker als het gaat om motivatie. Veel tijd en aandacht wordt er door ons kunstdocenten besteed aan de voorbereiding bij het bezoek aan culturele evenementen. Dit gebeurt op velerlei manieren, vooral aangepast aan deze tijd waarin de verschillende media voorhanden zijn, kosten nog moeite worden hierbij gespaard.
Bijvoorbeeld, ga je naar een toneelstuk, dan wordt er informatie over de schrijver en de regisseur bijgezocht. Vaak is er ook een film die kan weergeven wat voor sfeer je kunt verwachten en men wordt gewezen op de boeken die er van betreffende schrijver zijn verschenen.
In een interactieve les worden teksten vergeleken met uitvoering op het witte doek, eigenlijk weet je na een paar uur zoveel dat je er bij wijze van spreken examen in kunt doen.
Kortom aan het voorbereidende werk zal het niet liggen, temeer dat de leerling zelf ook nog wat voorwerk moet verrichten in de vorm van recensies lezen, deze becommentariseren en ter controle moet insturen in de daarvoor bestemde map in de elektronische leeromgeving.
Tjonge, jonge, het lijkt wel een serieus vak dat CKV1 én dan moet je ook nog naar een voorstelling toe.
Niks te maren, als je ook nog op tijd aanwezig moet zijn plus zwijgen tijdens de voorstelling én twee uur lang je plas ophouden.

Alsof de duivel er mee speelt blijkt dit voor een enkele, redelijk begaafde leerling, tijdens een toneelvoorstelling een beetje van het goede te zijn.
Onverrichte zaken, hijst zij zich dan ook halverwege het spektakel uit de zetel, tja je moet maar durven, om zich vervolgens op de bekende plek te ontlasten.
Bleef het daar maar bij, maar wanneer een van de acteurs ogenschijnlijk komisch overkomt voor deze jongedame en haar vriendin, terwijl de ganse zaal zwijgt, zijn de giechelbuien aan de beurt. Je wilt het toch niet weten, een dergelijk gedrag in de schouwburg, het doet me denken aan een stel puberende brugwuppen, daar kan ik me dit enigszins van voorstellen.
Ja, en dan de aftocht, luid roepend in de vestibule van de schouwburg, te kennen geven dat het een waardeloze vertoning was en wie daar nou wel serieus voor betaalt.
Oef, je bent jong en je wilt wat, of moet ik zeggen je bent jong en eigenlijk wil je gewoon wat anders.
Iets gemakkelijks, waarmee je kunt lachen, niks bijzonders, waarbij je niet verder hoeft te denken.
Ik noem dat mainstream consuming, het M-syndroom(zie foto), geen generatie X of Y, maar gewoon hap-snap-doorslikken-en-weg.
En die “paarlen”, hopelijk zijn die voor later, al heb ik daar dan weinig vendutie in.


*Bijgaande foto is genomen in Bali, tijdens een van onze fietsreizen. Je kon er in ieder geval heerlijk ijs eten zonder een delli-belly op te lopen.

Thursday, November 22, 2007

Games in het onderwijs




Een ding is zeker, als je van huis uit een slechte verliezer bent, dan zijn spelletjes voor jou taboe. Enige nuance daarbij aangetekend, zelf hou ik niet van die echte behendigheidsspelletjes, zoals Tetris, dan word ik behoorlijk zenuwachtig wanneer het kader zich helemaal gaat vullen met vallende stenen, maar mag ik graag in familieverband Triviant spelen. Dit tot grote ergernis van mijn tafelgenoten, want dit spelen we nog “live”, die niet kunnen uitstaan minder te weten over kunstzinnige en culturele zaken.
Het is maar waar je goed in bent, of kun deze vaardigheden trainen.
Dat laatste is al bewezen door die Japanse Ninetendo professor, die ons brein weet aan te scherpen op een overigens wel kostbare spelconsole, een soort zakcomputertje van om en nabij 150 €.
Een beetje jaloers kijk ik naar onze kids, die op afstand met elkaar oorlog voeren, strategieën bedenken en zelfs overwinningen boeken die naam krijgen.
Onbewust komt bij mij de vergelijking boven van een vader, die op zeer jeugdige leeftijd een echt oorlogsspel moest spelen en jawel uiteindelijk ben ik daar een product van.
Spellen heten tegenwoordig games, want niets is zo verengelst als het internetjargon, ik heb daar geen moeite mee, alleen de fransen zijn hierin chauvinistisch gebleven, zij noemen hun computer steevast ordinateur.
Helaas een achterhaalde term, want zo’n beestje is meer dan rekenmachine, al zullen de puristen onder ons weten te vertellen dat alles uiteindelijk toch omgerekend moet worden, al die bits en die bites tot beeld en geluid.
Ik kan me nog goed herinneren dat het eerste videospelletje niets meer was dan een lijn in het midden, dan twee punten aan beide zijden, die je kon manipuleren om een stip heen en weer te bewegen. Iedereen weet dat tennissen meer inhoud, je kunt dit spel trouwens in een geavanceerde versie weer verkrijgen, waarbij geluid en echte slagbewegingen te pas komen.
Sprak ik laats nog in de les over mediawijsheid, hier heb ik het over de virtuele wereld waarin onze jongere generatie vaak hun toevlucht zoeken.
Het is er, ontegenzeggelijk. Je kunt dit niet meer wegdenken, draai het liever om en maak er gebruik van.
Na een inspirerende sessie over “levenlang leren”, zonder “s” ertussen, heb ik dan ook tijdens het I & I congres in Lunteren, een workshop “gamemaking” gevolgd. Tot mijn grote verassing vond ik het niet alleen leuk, maar ook erg zinvol voor ons onderwijs. Ook heb ik geleerd niet meer zelf iets uit te vinden, immers er zijn volop tools te downloaden van internet, die onze leerlingen direct kunnen toepassen.
Maar het allerbelangrijkste was, men had een didactiek ontworpen, nauw verwant aan het maken van een film, die vooraf ging aan de eigenlijke productie van een game.
Dat was de eyeopener, een workshop gegeven door specialisten, mensen die gewoon met elkaar een compleet onderwijsprogramma hadden uitgedacht.
Deze universitair geschoolde, waarvan een op het onderwerp gepromoveerde initiators wisten een twintigtal docenten en ict-mensen een paar uur te boeien met deze materie.
Ik zou zeggen voor herhaling vatbaar, hier op het HBC, voor eenieder die zijn onderwijs serieus niet alleen wil opleuken, maar daadwerkelijk wil ondersteunen met nieuwe digitale diktactische middelen.
Zien is geloven, beleven is weten, ik ben in ieder geval om en zit nu al te brainstormen over een module games bij CKV.